Vakantie Hongarije
Hongarije ligt ingeklemd tussen 7 landen: Slowakije, de Oekraïne, Roemenië, de Federale Joegoslavische Republiek, Kroatië en Slovenië. Hongarije bestaat grotendeels uit een laagvlakte, het zogenaamde Pannonische Bekken. Het is het land van de prachtige klederdrachten, boerenhofsteden, openluchtmusea, volksfestivals en de wijnoogstfeesten. Hongarije biedt de typische Oost-Europese gastvrijheid die in het westen steeds moeilijker te vinden is. Voor een bezoek aan Hongarije is een paspoort of identiteitskaart nodig dat nog tenminste drie maanden geldig is. De Hongaarse munteenheid is de forint, die is onderverdeeld in 100 filler. De koers in maart 2004 was 100 forint = 0,42 euro. Er zijn biljetten van 500, 1.000, 5.000 en 10.000 forint. De munten zijn verdeeld in stukken van 1, 2, 5, 10, 20, 50 en 100 forint. Buitenlandse valuta kunnen onbeperkt worden in- en uitgevoerd, maar moeten bij een bedrag boven 4.105 euro (1 miljoen forint) bij binnenkomst in het land wel worden gedeclareerd. Het aantal pinautomaten is zeer snel toegenomen, met name in Boedapest. Creditcards komen steeds meer in gebruik. Deze vorm van betalen wordt in winkels en restaurants echter niet altijd geaccepteerd.
Natuur
Hongarije is een land met een enorme verscheidenheid aan landschappen. Van de Grote Laagvlakte in het oosten, met zijn beroemde poesta’s en de kleine dorpjes als kiezelsteentjes uitgestrooid in de glooiende uitgestrektheid van de natuur, tot de woeste bergen en rivieren in het noorden waar u dagenlang kunt lopen mijmeren in de enorme eiken- en beukenbossen.
Van het zachte, in vele tinten groen gekleurde landschap langs de Donau tot het vredig kabbelende heuvelland in het zuidwesten van Hongarije. Hongarije telt 4 grote nationale parken, en 28 beschermde natuurgebieden en natuurreservaten. Het grootste is het Nationaal Park Hortobágy, op zo’n 200 km ten oosten van Budapest. Het werd als eerste nationale park van Hongarije in 1973 geopend. Het heeft veel veen- en moerasgebieden en een groot aantal bossen. Het park is erg belangrijk voor vogels. Zo leven er grote kolonies eenden en wilde ganzen. Kenmerkend voor de Laagvlakte is het bekende witgrijze rund met zijn grote, gedraaide horens. U kunt bepaalde gedeelten van het nationale park onder begeleiding bezoeken, wat zeker de moeite waard is.
Ten zuiden van de hoofdstad ligt het Nationaal Park Kiskunság, een prachtig, uitgestrekt gebied waar wilde paarden over de poesta’s draven. Het park beslaat een langgerekt gebied op de linkeroever van de Donau. Kiskunság kent een zeer gevarieerd landschap met vele zand -en graspoesta’s, moerasgebieden, rietvelden en bossen en met vele draslanden is het park het paradijs voor de nationale vogel van Hongarije, de trapgans. Uniek hier zijn de zogenaamde "wandelende duinen", enig in hun soort in Europa. Door de wind die hier voortdurend over de vlakte waait, verplaatsen de duinen van rivierzand zich regelmatig, waardoor u ook telkens andere landschappen voorgeschoteld krijgt.
Een volstrekt ander beeld krijgt u in het Nationaal Park Bükk, een uitgestrekt karstlandschap in het noordoosten van Hongarije en één van de mooiste streken van het land. Er bestaan verschillende toeristische wandelroutes door dit nationale park, en het belooft gegarandeerd een magistrale belevenis te worden.
Als u er ter plekke nog niet genoeg kunt van krijgen, is er ook nog het Mátra-reservaat in hetzelfde berggebied. Noordelijker, tegen de Slowaakse grens aan, ligt het Nationaal Park Aggtelek. Hier bevinden zich de langste druipsteengrotten van Europa.
Hongarije ligt in Centraal-Europa, in het Karpaten-bekken. Het heeft zeven buurlanden: Slowakije, waarmee het ruim 500 km grens deelt, Oekraïne, Roemenië, Servië, Kroatië, Slovenië en tenslotte Oostenrijk. Het land kan in feite geografisch worden opgedeeld in drie verschillende delen. Er is de Kleine Laagvlakte in het westen van het land, een gevarieerd gebied met groene heuvels, dalen en beboste berghellingen. Ten zuiden daarvan ligt Transdanubië, de meest vruchtbare streek van Hongarije, een heuvelachtig, groen gebied. Tenslotte is er de Grote Laagvlakte, een gebied dat ruim de helft van het land beslaat. Hier vinden we niet alleen de diepzwarte aarde van de akkers –er wordt veel aan landbouw en veeteelt gedaan- maar ook de bekende grassteppen of poesta’s. In het noorden liggen de haast ongerepte bossen tegen de uitlopers van de Karpaten aan, richting Roemenië is het klimaat het droogst en vinden we vele zoutvlaktes. Hoge bergen zijn er niet in Hongarije: de hoogste toppen liggen in de grensstreek met Slowakije, in de gebergten Mátra en Bükk. Het grootste gedeelte van het laaggebergte is bedekt met uitgestrekte bossen. Dit is nog een land waar u ongestoord en onbegrensd van de natuur kunt genieten, van dagenlange trektochten door de bossen tot paardrijden in de poesta, van veengebieden vol vogels in de natuurparken tot een heerlijke boottocht op één van de vele rivieren.
Van water gesproken: de beroemdste rivier is natuurlijk de Donau, de op één na langste rivier van Europa die Hongarije van noord naar zuid doormidden snijdt. Ze komt in het noordwesten het land binnen en stroomt langs de grens met Slowakije vóór ze één van de grote attracties van de hoofdstad Budapest vormt. Daarna stroomt ze pal naar het zuiden en verlaat het land via de grens met Kroatië. Een andere grote rivier is de Tisza, met 579 km de langste rivier van Hongarije. Het grootste meer van het land –en na het Zwitserse Bodenmeer het grootste meer van Europa- is het Balatonmeer, dat zich over bijna 600 km2 uitstrekt. Omdat het zo ondiep is –op vele plaatsen gemiddeld 1,5 meter- ligt de watertemperatuur hoger dan elders, wat één van de verklaringen is voor de grote aantrekkingskracht die het meer op de toeristen uitoefent. Dat en de mooie streek waarin het ligt, natuurlijk…
Wie van lange boswandelingen houdt, vindt volop zijn gading in Hongarije. Uitgestrekte eiken- en beukenbossen in overvloed, een garantie voor uren van onbekommerde rust en gezonde lucht. De verre einders vindt u dan weer op de zanderige steppen en in de poesta’s, de grassteppen met de vele paarden en met de csiko’s, de Hongaarse cowboys. In het dunbevolkte noorden van het land, aan de voet van de Karpaten, leven herten, reeën, wilde zwijnen en moeflonschapen. In het Transdanubische centrale middelgebergte vindt u vooral lage heuvels met een ware lappendeken van aantrekkelijke wijngaarden, landbouwgebieden en weiden, door kleine paadjes of karrensporen van elkaar gescheiden. Ideale wandelgebieden zijn er bijvoorbeeld langs de noordelijke oever van het Balatonmeer en het dichtbeboste Bakony-gebergte dat er achter ligt. Het is een landschap dat door zijn slechts lichte hellingen vriendelijk is voor de niet zo getrainde vrijetijdssporter. Bovendien is het een goed bevolkt gebied en vindt u er overal wel een gelegenheid om bij particulieren te logeren, midden in de prachtige natuur. De bergstreek in het noorden en noordoosten van Hongarije is ruiger en onherbergzamer, maar wel een ideaal gebied voor kampeerders. U vindt er prachtige plekjes om uw tenten op te slaan en er is altijd wel een zeer helder beekje of riviertje vlakbij. Als u van fietsen houdt, dan is het aangenaam om weten dat een "landweg" in Hongarije nog altijd een landweg is: rustig, mooi, te midden van de jubelende natuur. Fietsen is in Hongarije de laatste jaren trouwens aan een spectaculaire opgang bezig.
De vlakte van de Midden-Donau is een waar paradijs voor vogels. De kluut is hier kind aan huis, net als vele Noord-Europese trekvogels die hier massaal komen overwinteren. De grote wateroppervlakken van het Balatonmeer en het Velencemeer trekken dan weer grote kolonies witte reigers aan. Ze komen er om te broeden, net als de zwanen, de lepelaars en de aalscholvers en om zich te goed te doen aan het uitgebreide visbestand, natuurlijk: beide meren puilen uit van de karpers, snoeken, meervallen, witvissen en brasems.
klimaat
Hongarije heeft een gematigd landklimaat. Het land heeft over het algemeen koude, natte winters en warme zomers. De gemiddelde januari temperatuur ligt rond net onder het vriespunt. De gemiddelde temperatuur in juli ligt rond de 28°C. Hongarije heeft Europees gezien vrij veel zonne-uren, namelijk gemiddeld 2000 uur per jaar. De jaarlijkse gemiddelde neerslag (500 mm per jaar) is vrij laag. De droogste maand is september met een gemiddelde neerslag van 33mm, en is daarom de beste maand om het land te bezoeken. De natste maand is mei met een neerslag van gemiddeld 72 mm. In de winter is het land vaak bedekt met een dik sneeuwtapijt.
Vervoer
Dagelijkse vluchten tussen Schiphol en de luchthaven van Boedapest Ferihegy worden onderhouden door KLM en Málev. De vliegtijd is bijna twee uur. De afstand tussen Nederland en Hongarije over de weg bedraagt zo'n 1.350 kilometer. Per auto verloopt de rit het snelst via Keulen, Frankfurt, Passau, Wenen, Györ, Boedapest. Gedurende de vakantieweken in de zomermaanden moet men rekening houden met wachttijden aan de grens tussen Oostenrijk en Hongarije. Door de toetreding van Hongarije tot de EU, in mei 2004, zijn deze wachttijden aanzienlijk verminderd.
Volk & Cultuur
In totaal leven er op dit moment ca. 10.170.000 miljoen mensen in Hongarije, wat neerkomt op ongeveer 109 inwoners/km2.
De bevolking bestaat voor 98,5% uit Hongaren of Magyaren. De voornaamste minderheidsgroepen zijn Duitsers, Slowaken, Serven, Kroaten, Roemenen en ongeveer 143.000 zigeuners (1,5% van de bevolking).
De bevolking neemt langzaam af door een laag geboortecijfer, een hoog sterftecijfer en een emigratieoverschot: in de periode 1980-1990 een daling van 0,32%, in de periode 1990-1993 een daling van 0,23%, 2002 0,3% (2002: geboorte- en sterftecijfer 9,34, respectievelijk 13,09). Positief zijn de kleine daling van het sterftecijfer in de laatste jaren en de zeer snelle afname van de zuigelingensterfte. Jaarlijks neemt de bevolking nog steeds met enkele tienduizenden mensen af, ook al omdat er nauwelijks mensen naar Hongarije immigreren...
De levensverwachting bij geboorte bedraagt voor vrouwen 74 jaar en voor mannen 67 jaar.
Dit betekend voor de samenstelling van de bevolking het volgende:
0-14 jaar 16,4%
15-64 jaar 68,8%
65+ 14,8%
65% van de bevolking woont in de steden, 43% in de overige steden en 37% op het platteland. 20% van de bevolking (ca. 2 miljoen inw.) woont in de hoofdstad Boedapest, en daar wonen ca. 4000 mensen per km2!. Andere grote agglomeraties zijn die van Debrecen (204.000), Miskolc (172.000), Szeged (157.000), Pécs (156.000) en Gyor (128.000).
Het dichtst bevolkt zijn de provincies Komárom en Pest (rond Boedapest), Borsod-Abaúj-Zemplén in het noorden en Csongrád in het zuidoosten. Het dunst bevolkt zijn de provincies Somogy, en Bács-Kiskun met respectievelijk 58 en 67 inwoners per km2.
Door grenswijzigingen na de Eerste Wereldoorlog, bij het verdrag van Trianon, verloor Hongarije 70% van het oorspronkelijke grondgebied en tweederde van de toenmalige bevolking. Daardoor wonen er in de buurstaten van Hongarije veel Hongaren: in Roemenië zijn meer dan 2 miljoen mensen van Hongaarse afkomst, in Slowakije ca. 700.000, in Servië ca. 400.000, in Oekraïne ca. 200.000 en in Kroatië en Slovenië enkele tienduizenden. Bovendien is Hongarije, samen met Rusland, het Europese land met de meeste staatsburgers die buiten hun land verblijven, ongeveer 1,5 miljoen in Europa en in Noord- en Zuid-Amerika
Taal
Hongaars is de voertaal die door 98,5 procent van de bevolking wordt gesproken. Het Hongaars is geen Slavische taal. Het behoort tot de Fins-Oegrische taalgroep en heeft in het verleden Turkse, Duitse en Slavische woorden overgenomen. De taal is nauwelijks verwant met andere talen in Europa. Hongaars is moeilijk te leren en op hun beurt hebben Hongaren vaak moeite met buitenlandse talen. Toch leren steeds meer mensen de Engelse en Duitse taal. Juist omdat het Hongaars zo'n op zichzelf staande taal is, stellen de Hongaren het zeer op prijs als een buitenlander zijn best doet een paar woorden te spreken.
Vervoer
Het openbaar vervoer in Hongarije is goed te noemen. Vrijwel alle grote plaatsen worden per (intercity)trein aangedaan. Kleinere plaatsen zijn met overstappen ook te bereiken. Bovendien is er een uitstekend netwerk van bussen die grote en hele kleine plaatsen aandoet. Op interlokaal busverkeer koopt u het kaartje in de bus. Bij stadsvervoer koopt u de kaartjes vooraf bij o.a. traffik kiosken en de metro stations.
Elektriciteit
Hetzelfde als in Nederland / België. U heeft geen verloopstekker nodig.